Hooimestkever (Panaeolina foenisecii) foto en beschrijving
Hooimestkever (Panaeolina foenisecii)
Systematiek:- Afdeling: Basidiomycota (Basidiomycetes)
- Onderverdeling: Agaricomycotina
- Klasse: Agaricomycetes (Agaricomycetes)
- Subklasse: Agaricomycetidae
- Orde: Agaricales (Agaric of Lamellair)
- Familie: Psathyrellaceae
- Geslacht: Panaeolina (Paneolina)
- Visie: Panaeolina foenisecii (Hooimest)
- Andere namen voor de paddenstoel:
- Paneolus hooi
Synoniemen:
Panaeolus foenisecii
Paneolus hooi
Ophaaltijd: groeit van de lente tot begin december, het beste in september en oktober.
Locatie: alleen of in groepen in laag gras. in gazons, velden, rivierdalen of vruchtbare weilanden.
Hoed
Dimensies: 8 - 25 mm ∅, 8 - 16 mm hoog.
Het formulier: eerst van halfcirkelvormig naar breed kegelvormig, daarna klokvormig, veel aan het uiteinde in de vorm van een paraplu, maar nooit plat.
Kleur: van beige - geel tot kaneelkleur, met een lichtbruin oppervlak, glanzend als het droog is. Als ze nat zijn, worden ze donker roodbruin.
Oppervlakte: zacht gegroefd indien vochtig, gescheurd en schilferig indien droog, vooral bij oudere exemplaren.
Voet
Dimensies: 20 - 80 mm hoog, 3 - 4 mm ∅.
Het formulier: recht en gelijkmatig, soms enigszins vlak.
Kleur: licht, met een roodachtige tint, indien droog, wordt bruin van vocht. De dop is altijd lichter dan de dop, vooral in het bovenste gedeelte en bij jonge exemplaren bruinachtig aan de basis.
Oppervlakte: glad, hol, broos, broos. Zonder ring.
Spore-dragende laag
Kleur: bleekbruin en gevlekt (sporen niet overal), met witte randen, verdonkert tot zwarte stippen (wanneer sporen rijp zijn en uitvallen), veel bruiner dan Panaeolus-soorten (klokvormige mestkevers).
Plaats: relatief dicht bij elkaar, op grote schaal versmolten met een been, adnаt.
Deze paddenstoel kan gemakkelijk worden verward met de al even oneetbare Panaeolus papilionaceus.
ACTIVITEIT: klein tot middelgroot.